80-jarig bestaan JBN

Op bezoek bij Pierre Geraedts (80)

Dit jaar viert Judo Bond Nederland (JBN) haar 80-jarig bestaan. Met de drie disciplines aikido, jiujitsu en judo is de JBN er voor jong en oud. Zo ook voor dit 80-jarig lid van de JBN: Pierre Geraedts. Voor deze uitgave reizen we af naar het Noord-Brabantse Katwijk aan de Maas waar de heer Geraedts (7e dan aikido, 6e dan judo, 3e dan jiujitsu) hartstochtelijk vertelt over de budogedachte en hoe aikido zijn leven verrijkt(e).

Wanneer en hoe maakte u kennis met aikido?

“Sinds mijn veertiende was ik een fanatiek wedstrijdjudoka. Dat was in een periode waarin Hein Essink en ik elkaar veelvuldig troffen in de finale van een toernooi. En een tijd waarin ik ook regelmatig op mijn donder kreeg van de gedreven Snijders-broertjes.


Rond 1970, toen ik begin dertig was, ging ik naar de Europese kampioenschappen judo in Parijs. In de pauze gaf een Japanner een aikidodemonstratie. Dat boeide me ontzettend. Ik zag hoe een groep mensen onder leiding van hun leraar de mat betrad. En direct ervaarde ik het verschil ten opzichte van het judo. De etiquette, de traditie en bovenal de correctheid van het respectvol en diep buigen. Dat fascineerde mij enorm; nog los van de sierlijkheid van de technieken en de souplesse van de bewegingen. Dat moet ik ook, dacht ik toen.


Dus ging ik op zoek. Eerst in Luik en daarna bij Teun Tromp en Alain Floquet. Uiteindelijk leidde mijn pad me naar Katsuaki Asai, de oprichter van de aikikai-stroming in Duitsland. Zeven jaar lang reed ik elke woensdag op-en-neer naar Düsseldorf: een uur heen, anderhalf uur trainen en weer terug. Soms met tranen in mijn ogen, omdat ik een belangrijke voetbalwedstrijd miste of omdat het zo hard sneeuwde dat ik me afvroeg waar ik aan begonnen was. Wat mij dreef om toch te gaan? Als ik zou afhaken vanwege het voetbal of het slechte weer vond ik elke week wel een smoes om niet te gaan. Dat wilde ik niet. Ik wilde per se het aikido onder de knie krijgen.”

Staat u nog steeds op de tatami?

“Tot een jaar geleden stond ik drie dagen per week en tijdens de weekenden op de mat om les te geven. Ik heb dat altijd met veel plezier gedaan. We begonnen ooit in een houten gebouw in Gennep waar we in de winter de stuifsneeuw van de mat af moesten vegen. Daarna kregen we een dojo van de gemeente onder de sporthal, die na de watersnood van 1993 – de koelkast en tv dreven letterlijk rond – is ingericht tot onze huidige dojo.


Vorig jaar moest ik noodgedwongen stoppen, omdat ik prostaatkanker had. Ik wist nauwelijks wat een prostaat was en kanker kwam al helemaal niet in mijn vocabulaire voor. Na een week of veertien dagen heb ik dat gegeven geaccepteerd. Als je op 80-jarige leeftijd nooit ziek bent geweest, mag je niet klagen. Eind november heb ik een intensieve bestralingskuur afgerond en ben ik genezen verklaard. De vooruitzichten zijn prima volgens de artsen, mede gezien mijn sterke conditie. En mede dankzij aikido. Dat houdt mijn gewrichten soepel, waardoor ik nauwelijks last heb ondervonden van mijn ziekte. Ik merk alleen dat mijn heupen en benen verzwakt zijn door de bestralingen. Eind november gaf ik een drie uur durende stage in Amersfoort, maar ik kon niet zelfstandig omhoogkomen als ik op mijn knieën zat. Dat herstelt wel weer, maar het heeft tijd nodig.


Als ik me goed voel, train ik weer een uurtje mee in de groep waar ik zelf altijd les aan gaf. En de bedoeling is dat ik straks weer wekelijks een uur of wat op de mat sta.”

Wat brengt een grote glimlach bij u teweeg?

“Als ik het gevoel heb dat ik mensen iets heb kunnen geven. Niet leren, maar geven. Een essentie of inzicht bijvoorbeeld. Het liefste geef ik les aan de gevorderden met 1e dan of hoger. Daarvóór zijn mensen nog te gefixeerd op het leren van hun technieken. Vanaf een bepaald moment zie je dat de doelstelling van het budo begint te leven. Dat is de wijze waarop je groeit en jezelf verdiept: technisch en mentaal. Het moment waarop je ziet dat budo niet alleen een technisch gebeuren is, maar dieper gaat en iets menselijks is. Dat je inziet dat je bepaalde verantwoordelijkheden hebt die je ook in je dagelijks leven, thuis of op je werkt hebt.”



Wat heeft aikido u gebracht?

“Aikido leerde mij anderen te waarderen en met respect te behandelen, waardoor ik zelf ook als zodanig behandeld wordt. Het is het maatschappelijk contact dat ik heb overgehouden en dat zich op allerlei momenten manifesteert. Met mijn eerste lesgroep waarmee ik na elke les gezamenlijk een kopje Japanse groene theedronk onderwijl pratend over andere zaken dan aikido en judo. De reizen die ik maakte en dat fijn, warm weerzien met mijn budo-collega’s een à twee keer per jaar. Maar ook met mijn huidige lesgroep met wie ik al zo’n 30 jaar twee keer per week anderhalf uur train.


De vriendschappen en persoonlijke relaties die uit aikido ontstaan, vind ik erg waardevol. Ja, aikido heeft me in mijn manier van denken en leven een heleboel gebracht waardoor ik mij oprecht gelukkig voel.”