Juul Franssen

EK brons in Praag

Eind november won Juul Franssen een schitterende bronzen medaille op de EK judo in Praag. Een medaille die nog ontbrak op haar imposante erelijst. Toch was het ook voor Franssen een bewogen jaar waarin ze haar coach maandenlang niet zag en zichzelf noodgedwongen ‘alleen’ moest zien te redden. We spraken met de Nederlandse troef in de -63 kg over haar voorbereiding en het succesvol verlopen EK judo.

Voorbereiding zonder eigen coach De voorbereiding op de Europese kampioenschappen was voor Franssen wel heel bijzonder. “Ik heb nog nooit een voorbereiding gedaan zonder mijn eigen trainer.” Begint de tweevoudig winnares van een WK medaille. “In augustus, toen de tweede golf van het coronavirus op kwam in Nederland, wilde Papendal en de JBN geen risico nemen op interne besmettingen. Het betekende dat we op één locatie fulltime mochten trainen. Voor mij was dus de keuze Rotterdam of Papendal.” licht Fransen toe. Na goed overleg met haar trainer Jean Paul Bell, die Franssen JP noemt, en de begeleidingsstaf besloot Franssen te kiezen voor Rotterdam.

“Samen kwamen we tot de conclusie dat ik beter tot mijn recht zou komen in Rotterdam. We dachten eerst dat het voor een paar weken zou zijn, uiteindelijk is het een paar maanden geworden. De keuze viel op Rotterdam, puur omdat het dichterbij huis is, ik zo minder reisbewegingen had, wat natuurlijk ook geadviseerd werd, en daarnaast ook mijn krachtraining kon blijven doen bij mijn fysieke trainer Hans Kroon. Dat betekende wel een andere voorbereiding dan normaal en voornamelijk telefonisch.”

De pupil van Jean Paul Bell stuurt na elke training een spraakopname waarin ze beschrijft hoe de training is geweest, wat ze hebben gedaan, en hoe zich daarbij voelde. Naast het begin en einde van de week gesprek, hadden beiden iedere dag contact met elkaar. “Toch had hij (Jean Paul Bell) mij bij aanvang van de EK dik drie maanden niet zien judoën” vertelt Franssen. “Dat was echt een spannende periode en wij hebben elkaar daar wel in gemist, om elkaar fysiek te horen, te spreken en te zien hoe het judoënd gaat. Ik ben dan ook ergens dankbaar dat ik dat gevoel ervaren heb en dat we in dat stuk niet zonder elkaar kunnen. Maar daarnaast betekende het ook dat we geen techniektraining hadden samen en je dus niet bezig kan zijn met finetuning. Ik wist dat we judoënd niet het verschil gingen maken en dat ik er dus voor moest zorgen dat ik niet alleen topfit was, maar het ook op mentaal vlak in balans moest hebben, omdat je in een situatie komt waar je nog nooit in hebt gezeten. Bovendien kun je altijd terugvallen op een zekere basis. Als dat lukt ben ik een van de fittere dames in het circuit en dan zit er zeker een medaille in.”

De EK judo in Praag

In de aanloop naar de EK was Franssen vrij relaxt. “Ik was best rustig in aanloop naar de EK. Ik vond het vooral heel leuk om weer ergens naar toe te kunnen leven.” Ze koos er dan ook voor de GS in Boedapest over te slaan en zich vol te richten op het Europese titeltoernooi. Op de wedstrijddag voelde de TeamNL judoka zich erg goed. Toch was de eerste partij wel even spannend. “Ik voelde mij goed, heel sterk, dat zei ik ook tegen JP na de warming-up. Maar het blijft toch anders dan dat je op de mat staat. Zo was de mat heel koud en glad want die werd om het uur gedesinfecteerd. In het begin gleed ik een beetje weg dus ik had angst om in te zetten en een fout te maken. Ik was heel onzeker die eerste partij.” In de tweede ronde is Franssen gewend geraakt aan de hal, mat en omstandigheden en begint het beter te lopen. “Ik was een beetje een dieseltje op de EK, elke partij ging het beter. Dat je kan vertrouwen op jezelf en na zo’n eerste partij alsnog een goed toernooi kan draaien is echt een geruststelling.” Het resulteert uiteindelijk in een bronzen medaille. “Eindelijk, ik heb er lang op moeten wachten. Die vijfde plek heb ik genoeg behaald. Het is mooi dat je op ieder groot toernooi zowel bij de junioren als de senioren een medaille op de EK en WK hebt gewonnen. Daar mist natuurlijk nog eentje en dat is de Olympische medaille. Het is natuurlijk heerlijk dat ik deze nog op mijn 30e heb weten binnen te slepen en het is wel een bevestiging van al het werk dat ik het afgelopen jaar heb gedaan.”

Leerzame periode Niet alleen was het voor Franssen uiteindelijk een succesvol jaar op de mat, ook op persoonlijk vlak heeft ze zich ontwikkeld. “Ik kijk heel positief tegen afgelopen jaar aan, omdat ik mij heb kunnen ontwikkelen op gebieden waar ik normaal niet zo veel tijd voor had kunnen nemen. Normaal zit je zo in een ritme van toernooien en trainingskampen die maar door gaan. Dit jaar kon ik mijzelf eens goed in de spiegel aankijken.” “Iets waar ik voorheen tegenaan liep was dat ik nog wel eens beren op de weg zag. Het leren denken in wat wel kan, is iets wat ik dit jaar echt heb geleerd en wat me heel veel sterker heeft gemaakt. Ook heeft het mij veel meer rust gegeven. Het heeft geresulteerd in de beloning op de EK dat met uitzondering van Tashiro hetzelfde was als op de WK. In Europa is de -63 kg een koningsklasse dus ik mag heel blij zijn dat ik daar een medaille heb kunnen winnen.”

2021 zeer belangrijk jaar

Franssen heeft een belangrijk jaar voor de boeg. Startend met de Masters in Doha en later in het jaar een EK, WK en de Olympische Spelen. Hoe de planning er precies uit gaat zien, is nog een grote puzzel. De Limburgse hoopt vooral dat ze ,mede door de komst van sneltesten op Papendal, binnenkort weer terug kan naar haar gebruikelijke patroon. Dat betekent voor de helft op Papendal trainen en voor de helft in Rotterdam en dan in volle vaart richting het grote doel op 27 juli 2021 in Tokio.