Tycho en David over het belang van gezamenlijk beter worden “Jita Kyoei”
Judoka’s Tycho van der Werff en David Lefevere zijn onlangs wereldkampioen geworden in het katame-no-kata. Dit is een kata van allerlei grondtechnieken in het judo. Tycho en David leerden elkaar 15 jaar geleden kennen toen David bij de sportschool van Tycho kwam judoën. Dit is een sportschool voor jongens en meiden met een beperking, Special Needs. Na vele prijzen in het aangepaste kata pakken de heren nu prijzen op reguliere toernooien. Wij vuurden al onze vragen op hen af om hen en het kata beter te leren kennen.
Waarom zijn jullie begonnen met judo? David: Ik was 3 jaar toen ik met judo begon. Ik was vroeger klein en onzeker, judo heeft mij hiermee geholpen. Mijn onzekerheid is behoorlijk weg. Tycho: Ja, dat kan ik wel bevestigen. David is als een kleine jongen echt gegroeid door judo. Voor mij geldt hetzelfde. Ik moest leren voor mijzelf op te komen, dat is dankzij judo aardig gelukt. Ik sta nu stevig in mijn schoenen.
Hoe is de liefde voor het kata ontstaan? Tycho: Wij hebben een judoclub voor jongens en meiden met een beperking. In 2014 kwam er een judoka naar mij toe die aangaf dat het aangepast wedstrijdjudo voor hem soms wat te hard was, omdat hij na het weekend weer moest werken en daarvoor geen blessures kon oplopen. Toen vroeg deze judoka of er niet iets anders voor hem was, bijvoorbeeld wedstrijden in het kata. Hierdoor ben ik onderzoek gaan doen naar kata wedstrijden en o.a. naar Japan gereisd om hier meer over te leren. Hier ontstond de liefde voor het kata, het verhaal achter elk kata en de daarbij behorende technieken, die uitgevoerd worden zonder woorden te gebruiken. Daardoor ben ik wedstrijden gaan opzetten voor judoka’s met een beperking, want deze waren er nog niet. David: We zijn gaan kijken hoe het voelde en veel gaan proberen met wedstrijden. De wedstrijden gingen ons erg goed af en ik vond het super leuk om te doen. Zo zijn we doorgegroeid naar het reguliere wedstrijdniveau.
Voor de mensen die het niet kennen, wat houdt kata in het judo in? “Een kata is een vastgelegde vorm van bepaalde technieken en bewegingen. We laten de rol van uke (ondergaat de techniek) en tori (past de techniek toe) zien. Je voert samen met een partner als duo deze technieken uit. De één zet een aanval in en de ander reageert hierop. Dit moet er zo goed en echt mogelijk uitzien. Dit gaat om exacte timing van de bewegingen op de juiste momenten. Hierbij is het belangrijk dat je de energie en kracht die de ander levert, doorstuurt in de beweging, om zelf zo min mogelijk energie te verspillen.” Hoe zijn jullie een duo geworden? David: 15 jaar geleden kwam ik bij Tycho judoën, onze band was heel goed samen en we voelden elkaar goed aan. Tycho: Ja, David is altijd aanwezig en is in het judo gigantisch gegroeid. Hij staat altijd overal voor open en is voor velen uke geweest, zodra zij voor een kata moesten oefenen. Er is denk ik, bijna géén betere uke.
Wat was jullie eerste wedstrijd als kata-duo en hoe was dit? David: Dat is al een hele poos geleden, maar volgens mij was dat een Special Needs kata-toernooi in Beverwijk. Tycho: Ja, de eerste reguliere kata-wedstrijd was een NK, dat was super leuk. Op dit NK was er naast het reguliere kata ook een klasse voor het aangepast kata. Toen deden we mee met vier of vijf kata’s in het aangepast kata en daarnaast ons katame-no-kata in het regulier, dat was een hele drukke dag. Een jaar later gingen we ons serieus focussen op het katame-no-kata. Vervolgens deden we mee met het districtskampioenschap en werden we derde. Vanaf toen zijn we gaan verbeteren en doelen gaan stellen. Dit zijn we gaan doen met onze fantastische judofamilie; deze bestaat uit judoka’s, leraren en niet-judoka’s die kijken naar het perfecte plaatje en hun kennis met ons delen. Hoe werkt zo’n kata-toernooi? Tycho: Je hebt voorrondes en finalerondes. Afhankelijk van het aantal deelnemers worden er poules gemaakt. Stel dat je twintig deelnemende katakoppels hebt, dan worden er twee poules gemaakt van tien. Deze poules zijn dan de voorrondes, hier moet je in de top drie eindigen om door te mogen naar de finaleronde. In die finaleronde moet je dan opnieuw het kata uitvoeren en begin je dus bij nul, iedereen wordt dan opnieuw beoordeeld op de uitvoering in de finaleronde. Hieruit komt de nummer één tot en met zes. David: Dat is vaak lastig, want in de finaleronde wil je het kata nog beter laten zien dan tijdens de voorrondes, maar in zo’n finaleronde komt er een hoop spanning bij kijken.
Hoe voelde het om wereldkampioen kata te worden? Tycho: David was meteen super blij, maar ik kon het eigenlijk nog niet geloven. Ik moest nog even een keer extra kijken naar het scorebord. Toen het eenmaal bij mij inzonk hebben we als twee kleine kinderen gehuild van geluk. David: Ja, dit is iets waar elk klein jongetje van droomt; wereldkampioen worden. Tycho: Nu betekent dit niet dat we gelijk de allerbeste zijn. Er is nog genoeg ruimte voor verbetering en dat maakt het alleen maar leuk. Daarbij is dat ook zeker nodig, want wereldkampioen worden is één, maar zo’n titel verdedigen is nog vele malen moeilijker. Eerst wilden wij de beste verslaan en nu zijn wij het doelwit.
Dit jaar werden jullie ook Europees kampioen. Deze prijs hebben jullie al eens eerder gewonnen, voelt het dan nog even bijzonder als de eerste keer? Tycho: Ja, zeker de eerste keer ontbrak er een aantal katakoppel-toppers door de coronamaatregelen. Dan vraag je je toch af of het met die toppers erbij ook was gelukt. Nu waren die toppers er dit jaar wel bij én dan lukt het weer. Hoeveel deelnemers telt zo’n EK en WK? Tycho: David heeft alles op peil, die weet altijd als eerste wanneer de EK en WK plaatsvinden. David, dit weet jij vast. David: Aan de EK deden 89 koppels mee. Bij de WK deden er 242 judoka’s uit 26 landen van 5 verschillende continenten mee aan 5 kata’s. Wij namen deel aan het katame-no-kata, hierin waren 42 deelnemers.
Welke voorbereiding hebben jullie hiervoor gehad? David: Ik ga veel naar de sportschool voor spierkracht, geen spiervolume. Bij het kata heb je meer snelheid nodig en geen full power, met het postuur van een bodybuilder ben je minder beweeglijk. Daarbij doe ik ook cardio. Ook oefen ik veel bewegingen thuis, je hebt niet altijd je maatje nodig om het kata te trainen. Wij trainen het kata voor een toernooi vaak twee tot drie keer in de week en buiten toernooien om onderhouden wij het kata één keer in de week. Tycho: Ik probeer zo veel mogelijk thuis te doen, zoals calisthenicsoefeningen. Dit zijn oefeningen die je kan doen met je eigen lichaamsgewicht, denk bijvoorbeeld aan opdrukken. Op de judomat trainen wij niet per se veel uren, maar zijn wij vooral bezig met intensief en gericht trainen. Zo trainen wij één à twee technieken per les waar we ons focussen op die technieken en niet gelijk het de hele kata. Hiermee kunnen wij goed de puntjes op de i zetten, om de beweging perfect te maken. Vlak voor het toernooi passen we geen grote punten meer aan. In de laatste twee dagen aanpassingen maken kost meer dan dat het je oplevert, want je vergeet dan veel kleine punten. Een paar weken voor het grote kampioenschap houden we ons dus bezig met de details en laten we veel mensen kijken voor feedback.
Hoe is dit te combineren met jullie werk en familie? Tycho: Ja, je moet alles zelf bekostigen, je kunt niet leven van de sport. Gelukkig hebben wij vaak hele lieve sponsoren en staan onze families altijd achter ons. Daarbij is het iets wat we onwijs leuk vinden om te doen en ook zullen blijven doen zolang het mogelijk is, daarvoor maak je altijd tijd vrij. We hebben beide werkgevers die meedenken en ons de tijd en ruimte geven om onze dromen waar te maken, dat maakt het ook makkelijker te combineren. Tycho, welke rol heb je en hoe ben jij in jouw huidige rol bij kata Special Needs gekomen? Tycho: Dertig jaar geleden kwam ik bij de Special Needs Judo Foundation. Ik ben daarin gerold, omdat ik veel ging helpen op toernooien voor het toenmalige G¬-judo (nu Special Needs of aangepast judo). Zo ging ik helpen met dingen op te zetten voor mensen met een beperking. Toen hebben we ervoor gezorgd dat we niet meer kijken naar beperking, maar naar het judoënd niveau.
Dat werd goed opgepakt en zo konden we internationale wedstrijden organiseren. Daar hebben we een veilig reglement voor gecreëerd en dat reglement draait nu in veel landen. Dat we dit en nog veel meer hebben kunnen neerzetten voor mensen met een beperking, is voor mij heel mooi. In 2014 heb ik wedstrijd kata opgezet voor mensen met een beperking. Hierbij hebben we hard gestreden om samen met de EJU duidelijk te maken dat het kata-gevoel voor iedereen hetzelfde is, om daarmee aangepast kata op de kaart te zetten. Hiervoor heb ik in 2019 de European Inclusion award in ontvangst mogen nemen.
Wat zijn de doelen voor komend jaar, jullie hebben nog geen NK titel, wellicht zit die doelstelling hiertussen? Beiden schieten in de lach. Tycho: Het zou zeker mooi zijn als we die een keer halen, maar onze doelstelling is echt wel de EK en/of WK winnen. David: Of het Marcel Clause toernooi, die willen we ook wel op onze naam hebben. Dit toernooi kan je vergelijken met een WK-niveau. Maar een NK-titel zou natuurlijk zeker mooi zijn. Waarom hebben jullie voor dit kata gekozen? Tycho: Dit is een van de kata’s die ik ken. Daarin zijn wij samen verder gegroeid. Aan het begin deden wij wel in meerdere kata’s mee op toernooien, omdat wij meerdere kata-vormen leuk vinden. Op grote toernooien mag je maar in één kata deelnemen en dit was onze beste kata en daarom hebben we voor het katame-no-kata gekozen. Daarbij houden we ook erg van grondwerk (ne-waza) en zijn we enorm gegroeid in dit kata. David: Ja, daar sluit ik me bij aan.
Hebben jullie nog ambities om in een ander kata prijzen te behalen? Tycho: Op het ogenblik niet. Het is wel leuk om andere kata’s te blijven doen, maar op wedstrijdniveau is dit het kata waarin we onszelf willen laten zien. David: Nee, dit is wel het kata waarin wij zo lang mogelijk door willen blijven groeien. Zijn jullie ook samen als er niet gejudood wordt? Tycho: Jazeker, we hebben een leuke band samen. We zien elkaar naast het judo ook. Op de club zijn we met zijn allen ook een hechte familie. Ik ben soms ook echt hard voor hem, omdat je als partner blijft hameren op datgene waarvan jij vindt dat het beter moet. Als je dan alleen judopartners bent, zonder vriendschap, dan had je allang gestopt. Het zou zomaar kunnen dat we elkaar met de kerst ook weer zien. David: Ja, het is meer dan alleen judo. Buiten het judo kunnen we ook veel plezier maken samen. Zo heeft Tycho vast wel wat vlees dat op moet, dus dan ben ik er weer bij op de volgende BBQ.
Wie is het meest belangrijk voor jullie geweest in jullie kata-carrière? Tycho: Dat zijn velen, een kata kan je niet alleen doen. Veel bekende Kata Sensei uit Nederland en de Nationale Wedstrijd Kata Familie hebben een belangrijke rol in onze ontwikkeling gespeeld. Ook de Japanners die naar ons toe kwamen toen we in de Kodokan (de dojo in Tokio waar het judo in 1882 is ontstaan) waren, hebben ons persoonlijk heel erg geholpen. En om niet te vergeten de judofamilie op de club, die altijd eerlijk hun mening geeft. David: Daar kan ik me alleen maar bij aansluiten. De Japanners lieten ons ook zien dat je geen kracht hoeft te gebruiken, maar het gaat om de juiste timing en momentum met het zwaartepunt. Zo kwamen we in de Kodokan een Sensei tegen, een dame op leeftijd van 1 meter 40, die mij zo de lucht in tilde. Tycho kwam niet meer bij van het lachen, maar ondanks dat was dit een enorm leermoment. Tycho: Verder is het allerbelangrijkste dat je altijd gezamenlijk blijft verbeteren. “Jita Kyoei”